Lifestylecoach
Beroepscontext
Bij het vergroten van de gezondheidswinst door bewegen en sport, een belangrijke doelstelling van de opleiding, wordt er tijdens de opleiding aandacht besteed aan een drietal aandachtsgebieden waarin bewegen en sport wordt ingezet, namelijk:
-
Het bevorderen, verbeteren en stimuleren van een actieve leefstijl, waarbij leefstijlfactoren meegenomen worden. Het accent ligt hierbij op Health promotion.
-
De preventie van arbeidsgebonden aandoeningen bij werknemers.
-
Het verbeteren van de mogelijkheden van mensen met beperkingen.
Met betrekking tot deze aandachtsgebieden zal je na de opleiding je kunnen profileren in de volgende beroepsfuncties:
-
Onderzoek, Advisering & Ontwikkeling
De professional, als gezondheidssportbeleids- of sportstimulerings-medewerker of als gezondheids-sportconsulent, doet onderzoek naar vragen die betrekking hebben op het inzetten van sport en bewegen voor gezondheids-, en leefstijlvraagstukken. Hij geeft daarbij adviezen met betrekking tot voornamelijk de health-promotion. Hij ontwikkelt projecten, leefstijlprogramma’s, beweeg- en sportprogramma’s voor preventie van gezondheidsklachten en eventueel ziekteverzuim voor diverse doelgroepen met en zonder beperkingen.
-
Begeleiding & Uitvoering
De professional kan als sport- en bewegingsconsulent de door hem zelf ontwikkelde beweeg- en sportprogramma’s uitvoeren. Daarbij maakt hij gebruik van resultaten van gezondheidstesten en van zijn kennis en inzichten van fysiologie, anatomie, pathologie en van zijn kennis van de veel voorkomende aandoeningen. De professional kan tevens didactische vaardigheden inzetten om het beweegprogramma deskundig aan te bieden.
Hij begeleidt, als bewegingsdeskundige en als instructeur / coach, de groepen en individuen
tijdens de beweeg- en sportactiviteiten en geeft de nodige voorlichting en adviezen.
-
Beleid & Management
De professional, als manager binnen sportaccommodatie of vereniging, projectleider actieve leefstijl leefstijlprogramma of coördinator bedrijfssport, is in staat binnen een bestaande of eigen organisatie het management en beleid te voeren. Vooral met betrekking tot projecten en programma’s die gericht zijn op het verbeteren van de leefstijl en de gezondheid door het inzetten van sporten en bewegen en door het stimuleren van een actieve leefstijl
Het werkveld waarbinnen de bovengenoemde functies kunnen worden ingevuld, zijn:
-
Gemeente- en overheidinstellingen: o.a. verzekeringsmaatschappijen, afdeling sport en
recreatie van de gemeente, GGD, zorg en welzijn instellingen
-
De gezondheids- en welzijnsector: o.a. revalidatiecentra, verzorgingstehuizen,
gezondheidszorgcentra, obesitas-klinieken, medische fitnessbedrijven etc.
-
De bedrijvensector: arbo-instellingen bedrijfssport- en fitness etc.
-
De sportsector: sportorganisaties, sportbonden, sportverenigingen, sportscholen etc.
-
De recreatiesector: evenementenbureaus, attractieparken etc.
-
Overig: onderwijsinstellingen, ideële organisaties
Competentie 1: Onderzoeken
Context
De professional Sport en Bewegen doet onderzoek op het gebied van het verbeteren van gezondheid en de preventie van gezondheidsklachten door sport en bewegen. Het onderzoek heeft betrekking op het inzetten van sport en bewegen met het oog op het oplossen / voorkomen van gezondheidsvraagstukken.
Dit onderzoek richt zich o.a. op:
- de preventie van gezondheidsklachten op korte en lange termijn bij gezonde personen
- het verminderen van gezondheidsklachten door middel van bewegen en sport
- de mogelijkheden van personen met beperkingen om te participeren in sport- en bewegingsactiviteiten, zowel met het oog op het in stand houden / verhogen van de belastbaarheid als sociale participatie
Het onderzoek kan gericht zijn op verschillende doelgroepen zoals jeugd, volwassenen en senioren, mensen met chronische aandoeningen en mensen met tijdelijke, langdurige of wisselende beperkingen. Het bevorderen van gezondheid is niet alleen gericht op het fysieke aspect, maar ook op de psychologische en sociale dimensie van gezondheid. Daarnaast kan onderzoek ook richten op de effectiviteit van een ontwikkeld programma, marktonderzoek voor zijn eigen bedrijf of een Risico Inventarisatie en Evaluatie. Voorbeelden van opdrachtgevers zijn overheidsinstellingen als de GGD, sportorganisaties, sportkoepels, patiëntenorganisaties, ouderenorganisaties en ondernemingen op het gebied van sport & bewegen.
Indicatoren
De startende professional Sport en Bewegen:
1.3.1 hanteert en ontwikkelt vragenlijsten
1.3.2 onderzoekt wensen en behoeften van doelgroepen
1.3.3 neemt op een methodische wijze vragenlijsten af
1.3.4 betrekt in onderzoek informatie uit bronnen als literatuur en internet
1.3.5 communiceert uitkomsten van onderzoek in een verslag
1.3.6 weegt persoonlijke, ethische, sociaal maatschappelijke en wetenschappelijke aspecten af
1.3.7 levert een bijdrage aan het bespreken, analyseren en oplossen van vraagstukken
1.3.8 kan internationale vakliteratuur uit eigen beroepsgebied lezen en verwerken
1.3.9 hanteert een eigen onderzoeksopzet die past bij de onderzoeksopdracht en voert het onderzoek uit
1.3.10 verwerkt systematisch kwantitatief en kwalitatief gegevens
1.3.11 onderzoekt de effectiviteit van sport-, beweeg- en leefstijlprogramma’s
1.3.12 hanteert zowel objectieve als subjectieve meetinstrumenten gericht op gezondheid
Ervaring per indicator
1.3.1 Tijdens mijn internationale differentiatieminor "PALC & Nutrition" heb ik voor zowel de individuele interventie als de groepsinterventie de Physical Activity Readyness Questionnaire (PARQ) gehanteerd voor het bepalen van de fysieke belastbaarheid van de deelnemers. Daarnaast heb ik een voedingslogboek gemaakt voor het bepalen van de eetgewoontes bij potentiele professionele basketbal jongeren (Voedingslogboek).
1.3.2 Tijdens mijn verdiepende opdracht heb ik een onderzoek gedaan naar de wensen en behoeften van mensen met overgewicht. Aan de hand van deze wensen en behoeftes heb ik een beweegprogramma geschreven.
1.3.3 De PARQ en de BRAVO vragenlijsten heb ik gebruikt tijdens een individuele interventie met een patiënt met overgewicht en aan een groep potentiele professionele basketbal jongeren. Dit is op methodische wijze afgenomen.
1.3.4 Voor mijn verdiepende opdracht in jaar drie en tijdens het afstudeeronderzoek in jaar vier heb ik een literatuurstudie gedaan ter onderbouwing van het onderzoeksrapport (Onderzoeksrapport)
1.3.5 De resultaten, conclusie, discussie en aanbevelingen uit het afstudeeronderzoek zijn gepresenteerd in het onderzoeksrapport.
1.3.6 Bij het opstellen van de vragenlijst voor mijn PALC & Nutrition groepsopdracht, verdiepende opdracht en afstudeeronderzoek heb ik persoonlijke, ethische, sociaal maatschappelijke en wetenschappelijke aspecten afgewogen.
1.3.7 Binnen het groepsproject voor de minor PALC & Nutrition heb ik een bijdrage geleverd aan het bespreken, analyseren en oplossen van vraagstukken die binnen dat project optraden. Zo is er een voedingslogboek ontwikkeld voor potentiele profbasketballers om het voedingspatroon van jongere topsporters in kaart te brengen en dit te verbeteren.
1.3.8 Tijdens mijn internationale minor (PALC & Nutrition) en de Bewegingswetenschappen minor heb ik veel te maken gehad met internationale literatuur.
1.3.9 Voor mijn afstudeeronderzoek heb ik een onderzoeksopzet gemaakt die passend is bij de vraag van de opdrachtgever. Voor ik heb een plan van aanpak geschreven volgens het format van Inholland.
1.3.10 Voor mijn afstudeeronderzoek heb ik in SPSS de kwantitatieve gegevens verwerkt.
1.3.11 Tijdens de minor PALC & Nutrition heb ik het effect van een individueel en van een groep de beweeg en leefstijlprogramma onderzocht.
Tijdens de minor ‘Bewegingswetenschappen’ heb ik de Relative Age Effect van profvoetballers onderzocht. (REA on Dutch Soccer players)
1.3.12 Tijdens de minor ‘Bewegingswetenschappen’ en ‘PALC & Nutrition’ heb ik objectieve meetinstrumenten gebruikt tijdens het practica, dit waren; bio-impedantiemeting, huidplooimeting, bloeddrukmeting en de aerobe maximaaltest op de fietsergometer waarbij de gassen worden gemeten tijdens inspiratie en expiratie. Ook heb ik subjectieve meetinstrumenten gebruikt zoals de borgschaal en reflecties bij patiënten en cliënten.
Sterke punten
1.3.4; 1.3.8 Ik ben goed in het vinden van de juiste literatuur op databases zoals scholar en pubmed. met behulp van de PICO-method (Patient, Intervention, Control, Outcome).
Ontwikkelpunten
1.3.10 Ik vind het moeilijk om gegevens te verwerken in SPSS, dit duurde langer dan ik had verwacht. Hiervoor ben ik naar een statisticus gegaan voor uitleg, naarmate de tijd verliep het beter.
Reflectie middels de STARR methode (Situatie, Taak, Activiteiten, Resultaat, Reflectie)
Situatie: Wat speelde er?
Fysiotherapie praktijk Spaarneboog heeft een acht weken durend beweeginterventie ontwikkeld voor mensen die willen afvallen of diabetes hebben. Dit programma bestaat uit kracht- en conditietraining. Het korte termijn effect van dit programma is echter nog nooit onderzocht. Daarom was het doel van dit onderzoek om het effect te onderzoeken van kracht- en conditietraining op de fysieke fitheid, het vetpercentage en de bloeddruk van de patiënten met DM2 (Diabetes Mellitus Type 2) en/of overgewicht (BMI >25 (Body mass index). Daarnaast is onderzocht of het beweeginterventie even effectief is voor mensen met DM2 als voor mensen met overgewicht.
Taak: Wat waren je taken?
Mijn taak was om de acht weken lang de beweeginterventie te monitoren van patiënten met overgewicht en patiënten met diabetes.
Activiteiten: Wat heb je concreet gezegd of gedaan?
Ik heb een begin en een eindmeting gedaan bij beide doelgroepen die dezelfde beweeginterventie hebben gevolgd. De gegevens heb ik verwerkt in SPSS.
Resultaat: Wat gebeurde er daarna?
Uit het onderzoek blijkt dat de beweeginterventie van acht weken zorgt voor een significante afname op het gewicht, het vetpercentage, de BMI, de diastolische bloeddruk, de gemiddelde arteriële druk en een toename in het aerobe uithoudingsvermogen en handknijpkracht. Alleen de diastolische bloeddruk en de gemiddelde arteriële bloeddruk vertonen een significante afname na de beweeginterventie, de systolische bloeddruk vertoont dit niet.
Uit onderzoek blijkt dat de beweeginterventie zorgt voor een positief effect, namelijk een afname in lichaamsgewicht en vetpercentage. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat de beweeginterventie ingezet kan worden voor beide doelgroepen.
Reflectie:
Ik ben tevreden met de verwerkte gegevens en het onderzoeksrapport. Ik heb antwoord kunnen geven op de probleemstelling van de opdrachtgever. Volgende keer wil ik wel van beide doelgroepen hetzelfde aantal deelnemers monitoren, dit was tijdens mijn afstudeeronderzoek niet het geval.
Leerdoel
Mijn Leerdoel is dat ik me verder ga verdiepen in het coderen en verwerken van gegevens in SPSS. Dit wil bereiken door opnieuw een doelgroep te monitoren en de resultaten hiervan te verwerken in SPSS.
Leerdoel voorheen:
In mijn laatste leerjaar wil ik een onderzoek doen naar de werkgelegenheid van een lifestylecoach en of dit daadwerkelijk meer de toekomst is dan een fysiotherapeut dat steeds duurder wordt en ook steeds meer het verzekeringspakket uitgaat.
Nederland wordt steeds dikker en iedereen is opzoek naar kwaliteit zonder daar voor veel te hoeven betalen. Een fysioherapeut kijkt vooral naar het revalidatieproces en een leefstijlcoach kan niet een patient behandelen. Daarnaast wordt fysiotherapie steeds duurder en mensen zijn toch geneigd om via de sportschool begeleid te worden met medisch fitness. Een combinatie tussen fysiotherapeut en lifestylecoach is ideale voor het totaal plaatje.
Competentie 2: Adviseren
Context
De professional Sport en Bewegen geeft adviezen over sport-, beweeg- en leefstijlprogramma’s en de implementatie hiervan. De adviezen kunnen zowel schriftelijk worden gegeven in een beleidsvoorstel als in een mondelinge presentatie. Adviezen worden zowel gegeven op basis van expertise als op basis van onderzoek. De advisering richt zich op het aanpassen van bestaande sport-, beweegen leefstijlprogramma’s of op implementatie van nieuw ontwikkelde programma’s.
Indicatoren
De startende professional Sport en Bewegen:
2.3.1 formuleert een compleet advies dat inhoudelijk is afgestemd op het doel en de doelgroep
2.3.2 presenteert het advies zowel schriftelijk als mondeling met gebruik van moderne communicatiemiddelen
2.3.3 structureert het advies planmatig op organisatorisch, strategisch en commercieel niveau
2.3.4 past de wijze van communiceren aan het niveau van de opdrachtgever aan
2.3.5 beschouwt vraagstukken van verschillende kanten en schort zolang het eigen oordeel op en stelt indien nodig zijn eigen mening bij
2.3.6 Kan de structuur van het rapport afstemmen op de informatie die verwerkt moet worden kan communicatieve vaardigheden kiezen passend bij de situatie
2.3.7 voert een gestructureerd adviesgesprek met de opdrachtgever
2.3.8 stelt een beleidsplan op
2.3.9 maakt een kosten/baten analyse
2.3.10 verwerkt actuele ontwikkelingen in het advies
2.3.11 geeft reëel, haalbaar advies
2.3.12 werkt klantgericht: gericht op de tevredenheid van de opdrachtgever
2.3.13 creëert draagvlak voor het advies
2.3.14 kan omgaan met weerstand van opdrachtgever of doelgroep t.a.v. de voorgestelde verbetering of innovatie
Ervaring per indicator
2.3.1 In het onderzoeksrapport geef ik advies en houdt ik rekening met het doel van de opdrachtgever maar ook met de doelgroep waaronder het onderzoek plaatsvond. (Advies Onderzoeksrapport)
2.3.2 Het advies heb ik in de vorm van een adviesrapport en met behulp van een PowerPoint presentatie aan de opdrachtgever gepresenteerd. (Presentatie onderzoek)
2.3.3 Het onderzoek wat uitgevoerd is voor mensen met overgewicht en diabetes type 2 zorgt voor potentieel meer patiënten vanuit de huisartspraktijken in de regio.
2.3.4 De opdrachtgever van het afstudeeronderzoek is manager en fysiotherapeut. Zowel schriftelijk als mondelinge communicatie is hierop afgestemd.
2.3.5 Tijdens mijn verdiepende opdracht heb ik aan de hand van recente wetenschappelijke bronnen een beweegprogramma geschreven. Tijdens de presentatie van mijn verdiepende opdracht heb ik mijn visie onderbouwd.
2.3.6 Tijdens het afstuderen heb ik mijn geschreven stukken laten nakijken door mijn opdrachtgever. Hierover kreeg ik feedback en heb ik de structuur aangepast naar de wensen van de opdrachtgever.
2.3.7 Aan de hand van het onderzoeksrapport heb ik een advies geschreven en gepresenteerd met behulp van een PowerPoint presentatie aan de opdrachtgever.
2.3.8 Tijdens mijn verdiepingsopdracht heb ik een beweegprogramma geschreven voor mensen met overgewicht. Het beweegprogramma dient uitgevoerd te worden door fysieke trainers en fysiotherapeuten. (Verdiepende opdracht) Tijdens de internationale minor heb ik het vak Nutrition policy gevolgd hieruit is duidelijk geworden dat elk land zijn eigen visie heeft en zijn beleid hierop aanpast. (Nutrition Policy)
2.3.9 Tijdens mijn verdiepende opdracht heb ik een kosten analyse moeten maken voor Healthtime. Ik heb hiervoor literatuurstudie gedaan naar de beste stappentellers en een verzoek ingediend om voor alle deelnemers een stappenteller te bestellen. Het verzoek is goedgekeurd en ik heb hierdoor mijn verdiepende opdracht kunnen uitvoeren.
2.3.10 Tijdens het onderzoek zijn de resultaten vergeleken met de literatuur. Hieruit is gebleken dat de resultaten vergelijkbaar zijn met wat er werd verwacht.
2.3.11 Het geschreven advies is afgestemd op wat er mogelijk is binnen de fysiotherapiepraktijk. Hierbij is rekening gehouden met het budget, ruimte en personeel.
2.3.12 Tijdens het groepsproject van de minor ‘PALC & Nutrition’ was er veel contact en overleg met de opdrachtgever. Hierdoor hebben we alles goed kunnen afstemmen op wensen van de opdrachtgever.
Tijdens mijn afstudeeronderzoek was er weinig contact, maar waren er van te voren veel afspraken gemaakt. Hierdoor is de opdrachtgever tevreden met het resultaat.
2.3.13 Tijdens het groepsproject binnen de minor ‘PALC & Nutrition’ hebben we interviews afgenomen bij jongeren. De opdrachtgever heeft ons de opdracht gegeven om jongeren bewust te maken van de vele voordelen van een gezond eetpatroon en bewust te maken van de nadelen van een ongezond eetpatroon. Ik heb per individu advies gegeven. (Advies basketbal talent)
2.3.14 Tijdens mijn verdiepende opdracht heb ik te maken gehad met weerstand. De deelnemers die mee hebben gedaan aan het beweegprogramma vonden het moeilijk om ook hun eetpatroon aan te passen tijdens de kerstvakantie. Ik heb er toen voor gekozen een extra presentatie te geven om zo alle deelnemers extra te motiveren.
Sterke punten
2.3.2; 2.3.7 Ik vind het leuk om mijn onderzoeksresultaten te presenteren en hierover advies te geven aan mijn opdrachtgever.
Ontwikkelpunten
2.3.12 Communicatie met de opdrachtgever tijdens mijn verdiepende opdracht was niet optimaal. Vaak had de opdrachtgever geen tijd of verliep het moeizaam via een email. Hierdoor heb ik voornamelijk zelfstandig het onderzoek geschreven en uitgevoerd.
Reflectie middels de STARR methode (Situatie, Taak, Activiteiten, Resultaat, Reflectie)
Situatie: Wat speelde er?
Voor mijn verdiepende opdracht heb ik een opdracht gekregen van mijn opdrachtgever bij Healthtime om een beweegprogramma te schrijven voor mensen met overgewicht.
Taak: Wat waren je taken?
Ik heb een literatuurstudie gedaan naar mensen met overgewicht en hoe ik deze doelgroep het beste zou kunnen trainen, waarbij het verminderen van het vetpercentage centraal staat. Aan de hand van de literatuurstudie heb ik een beweegprogramma geschreven die in de praktijk door een fysiotherapeut of een fysieke trainer gegeven kan worden.
Activiteiten: Wat heb je concreet gezegd of gedaan?
Ik heb zelf het beweegprogramma uitgevoerd en alle deelnemers om advies gevraagd zodat het in de toekomst nog beter aan de wensen en behoeftes voldoet. Dit heb ik meegenomen in het adviesrapport voor de opdrachtgever.
Resultaat: Wat gebeurde er daarna?
Het beweegprogramma is goedgekeurd door de opdrachtgever en instructeurs van Healthtime gebruiken het beweegprogramma om mensen met overgewicht te trainen.
Reflectie:
Ik heb het beweegprogramma geschreven voor mensen met overgewicht en ik ben tevreden met het resultaat. Het beweegprogramma wordt ook echt gebruikt en hierdoor weet ik dat de opdrachtgever ook tevreden is.
Leerdoel
In het vervolg wil ik opnieuw een onderzoek uitvoeren en betere afspraken maken betreft de communicatie met de opdrachtgever. Dit wil ik bereiken door van te voren goede afspraken te maken, bijvoorbeeld door elke week op een bepaald tijdstip een vergadering te plannen.
Leerdoel voorheen
Ik wil in het laatste jaar van mijn studie een advies geven aan een internationale opdrachtgever, Dit wil bereiken door een internationale minor te volgen.
“Ik heb een internationale minor gevolg en een minor aan universiteit, dit kwam erg dichtbij een internationale opdrachtgever. Mijn huidige werkgever ‘Koninklijke Marine’ is een internationale werkgever en orders worden dan ook uitsluitend in het Engels gegeven”
Competentie 3: Ontwikkelen
Context
De professional Sport en Bewegen ontwikkelt sport-, beweeg- en leefstijlprogramma’s ter bevordering van gezondheid en ter preventie van gezondheidsklachten en ziekteverzuim. De programma’s kunnen een eenmalig karakter hebben in de vorm van projecten of kunnen bestaan uit activiteiten die herhaald kunnen worden aangeboden. Programma’s zijn gericht op het bevorderen van een gezonde, actieve leefstijl en hebben naast een fysieke gerichtheid ook betrekking op de sociale– en psychologische dimensies van gezondheid. Programma’s zijn gericht op verschillende doelgroepen als jeugd, volwassenen en senioren, mensen met chronische aandoeningen (bijv. diabetes, COPD) en mensen met tijdelijke, langdurige of wisselende (bijv. reumatoïde arthritis) beperkingen.
Indicatoren
De startende professional Sport en Bewegen:
3.3.1 sluit aan op de beginsituatie, wensen en behoeften van de doelgroep
3.3.2 hanteert een methodische en projectmatige werkwijze
3.3.3 werkt didactisch verantwoord
3.3.4 is gericht op het ontwikkelen van evidence based programma’s
3.3.5 onderbouwt de potentie van het programma om gezondheid positief te kunnen beïnvloeden
3.3.6 neemt zorgvuldige, verantwoorde en beargumenteerde beslissingen
3.3.7 ontwikkelt sport-, beweeg- en leefstijlprogramma’s gericht op het verbeteren van gezondheid
3.3.8 kan bij het ontwikkelen van programma’s modellen van gedragsverandering toepassen
3.3.9 gaat bij de ontwikkeling van het programma uit van de gezondheidsbehoefte van de doelgroep en de door de opdrachtgever gestelde randvoorwaarden
Ervaring per indicator
3.3.1 Tijdens mijn verdiepende opdracht heb ik een beweegprogramma geschreven dat aansloot bij de wensen en behoeften van de doelgroep. (Verdiepende opdracht)
3.3.2 Vanaf het begin van de opleiding tot tijdens het afstuderen, werd er projectmatig gewerkt. In het begin wordt de verantwoordelijkheid verdeeld over een groep en naar mate het afstudeeronderzoek krijg je steeds meer verantwoordelijkheid.
3.3.3 Tijdens de opleiding heb ik geleerd om didactisch verantwoord te zijn. Dit heb ik dan ook toegepast tijdens mijn stages. Ik heb een lesvoorbereidingen gemaakt zoals mij die is aangeleerd.
3.3.4 Tijdens het ontwikkelen van het beweegprogramma heb ik recente literatuur gebruikt om mijn visie te kunnen beargumenteren. Literatuurstudie is terug te lezen in het rapport.
3.3.5 Alle bronnen zijn gebruikt om het beweegprogramma en het onderzoekrapport te kunnen beargumenteren.
3.3.6 Als ik een beslissing neem dan kan ik dat beargumenteren met behulp van recente literatuur.
3.3.7 Tijdens de minor ‘PALC & Nutrition’ Heb ik een leefstijlprogramma ontwikkeld en uitgevoerd gericht op het verbeteren van de gezondheid van jongeren. (Presentatie)
3.3.8 Tijdens de het individuele project heb ik het ASE model, Health Belief model en de Theorie van gepland gedrag toegepast bij een volwassen man met overgewicht.
3.3.9 Het beweegprogramma voor mensen met overgewicht gaat uit van de gezondheidsbehoefte van de deelnemersgroep en past binnen de randvoorwaarden van de opdrachtgever
Sterke punten
3.3.4 Ik ben goed in het vinden van recente literatuur en het ontwikkelen van evidence based beweegprogramma's
Ontwikkelpunten
3.3.8 Ik kan mijzelf nog verbeteren in het toepassen van modellen voor gedragsverandering. Dit heb ik nog niet erg vaak kunnen doen.
Reflectie middels de STARR methode (Situatie, Taak, Activiteiten, Resultaat, Reflectie)
Situatie: Wat speelde er?
Healthtime had een soort trainingsformat wat niet echt werd gebruikt door de instructeur en cliënt. Waardoor het lastig is om de voortgang te monitoren en het trainingsschema op het juiste moment aan te passen.
Taak: Wat waren je taken?
Ik heb de opdracht gekregen om het huidige trainingsformat aan te passen zodat dit overzichtelijker en efficiënter gebruikt kan worden door de instructeur en cliënt.
Activiteiten: Wat heb je concreet gezegd of gedaan?
Ik heb het trainingsformat compleet veranderd en aan de cliënten om feedback gevraagd.
Resultaat: Wat gebeurde er daarna?
Doordat ik de feedback met daarin de wensen en behoeften van de cliënten in het trainingsformat heb gestopt bevalt het trainingsformat erg goed. Het is nu helder voor de instructeur en de cliënt wat zijn of haar voortgang is en het werkt een stuk professioneler. (trainingsformat)
Reflectie:
Ik ben tevreden met het eindresultaat. Alle instructeurs zijn ook erg dankbaar en het werd direct in de praktijk gebruikt.
Leerdoel
Tijdens mijn afstudeeronderzoek is het mij niet gelukt om de bloedglucosewaarde te meten bij patiënten met diabetes. In het vervolg wil ik een bloedglucoselogboek ontwikkelen voor patiënten waarbij de huisarts voorafgaand en aan het eind van de beweeginterventie de HbA1c waarde meet.
Leerdoel voorheen:
- Ik wil volgend jaar in 2013-2014 een voldoende halen voor mijn vrije keuze MINOR aan de VU (Bewegingswetenschappen). Dit wil ik bereiken om toestemming te vragen aan de examencommissie om deze minor te mogen volgen.
“ Dit was mijn beste keuze die ik heb gemaakt tijdens mijn HBO opleiding. Ik heb hierdoor erg veel geleerd en ging met veel plezier naar de universiteit en alle vakken afgesloten met een voldoende. Na mijn Minor heb ik besloten om nog twee periodes bijvakken te volgen”
Competentie 4: Uitvoeren
Context
De professional Sport en Bewegen bereidt sport-, beweeg- en voorlichtingsactiviteiten voor en voert deze uit aan groepen. Onder deze activiteiten vallen het geven van gezondheidsvoorlichting, het uitvoeren van sport- en beweegprogramma’s en het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het veranderen van leefstijl. De activiteiten worden op een methodische, didactische manier aangeboden waarbij het bereiken van een gezondheidsdoel, het onderhouden of verbeteren van een actieve leefstijl, centraal staat. De activiteiten zijn aangepast aan de wensen en mogelijkheden van de deelnemers.
Indicatoren
De startende professional Sport en Bewegen:
4.3.1 bereidt de uitvoering van het programma voor in een schriftelijk lesplan
4.3.2 geeft instructie met verbale en visuele middelen
4.3.3 communiceert effectief met doelgroep en past gedrag op sociale verhoudingen aan
4.3.4 past didactische vaardigheden toe
4.3.5 waarborgt de veiligheid van de deelnemers
4.3.6 kan een veiligheidsplan opstellen voor sport en beweeglessen en evenementen en past EHBO technieken bij kleine en grote letsels toe;
4.3.7 motiveert de groep
4.3.8 voert een gezondheidsvoorlichtingactiviteit uit
4.3.9 zoekt naar aanpassingen en alternatieve oplossingen bij veranderde omstandigheden
4.3.10 geeft het goede voorbeeld door professionele kleding, actieve inzet, uitstralen van enthousiasme voor bewegen en bewustzijn van eigen leefstijl.
4.3.11 hanteert een planmatige aanpak m.b.t. veiligheid
4.3.12 past het programma aan de fysieke, psychische en sociale mogelijkheden van de deelnemers aan
4.3.13 kan een actieve werkvorm kiezen die geschikt is voor gedragsverandering.
Ervaring per indicator
4.3.1 Tijdens mijn verdiepende opdracht heb ik een les voorbereid en uitgevoerd voor mensen met overgewicht met daarbij de complicatie artritis in het kniegewricht.
4.3.2 De instructie wordt gegeven met behulp van het praatje-plaatje-daadje methode. Tijdens de opleiding tot officier der mariniers heb ik een recce order gegeven met behulp van een maquette om het zo overzichtelijker te maken. In het weekend kregen we een order mee naar huis van het kader wat dan thuis gefilmd moest worden zodat het kader daar weer feedback op kon geven. (Recce order part 1), (Recce order part 2)
4.3.3 Tijdens mijn stage in jaar drie van de opleiding heb ik te maken gehad met diverse doelgroepen. Hiervoor was het belangrijk om mijn communicatie en gedrag aan te passen op de doelgroep.
4.3.4 Voordat ik mijn groepslessen gaf maakte ik altijd eerst een lesvoorbereiding zodat geen dingen zou vergeten en ik dit nog even snel kon nalezen voorafgaand de les en tijdens het lesgeven. (LVF medisch fitness Knie)
4.3.5 In mijn lesvoorbereiding hou ik rekening met waar ik voor de groep sta zodat ik goed het overzicht kan bewaren en op de veiligheid kan letten. Ook heb ik rekening gehouden met eventuele materialen die gebruikt worden en dat dit niet in de weg ligt. Hierdoor anticipeer ik op onveilige situaties. (LVF medisch fitness Heup)
4.3.6 In jaar drie heb ik zes maanden stage gelopen bij Healthtime en FysioExpert, twee bedrijven die samenwerken onder één dak. De doelgroepen waren voornamelijk ouderen met een beperking. Hiervoor was het belangrijk dat we precies wisten wat we moesten doen als er wat zou gebeuren in de praktijk. Daarom hebben alle stagiaires een dag cursus gehad wat er van ons verwacht wordt. Tijdens mijn stage hebben EHBO technieken op elkaar geoefend, maar nooit in de praktijk hoeven uitvoeren.
Tijdens mijn opleiding tot officier der mariniers heb ik wel ‘No Play’ EHBO technieken moeten uitvoeren. Het ging hier dan vaak om cursisten die flauwvielen, door hun rug gingen en een keer een cursist die een ponjaard in zijn been kreeg.
4.3.7 Ik sta altijd zeker en enthousiast voor de groep. Dit bereik ik door een goede lesvoorbereiding te maken zodat ik precies weet wat ik ga doen. Ik merk dan ook dat de deelnemers dan gemotiveerd raken door goede inzet te tonen tijdens de les.
Als ik voor een groep mariniers sta die vermoeid zijn en er doorheen zitten terwijl ik een taak heb gekregen om met de mannen een opdracht uit te voeren, dan moet ik de groep motiveren. Dit doe ik dan door de groep in een halve cirkel om me heen te zetten en het rustig uit te leggen wat de bedoeling is en wat er verwacht wordt, soms heb ik niet veel tijd en moeten dingen nou eenmaal snel gebeuren, maar gelukkig zijn ze daarvoor marinier.
4.3.8 Tijdens de minor ‘PALC & Nutrition’ heb ik samen met Ayla Simdorn een bewegingsvoorlichting gegeven in een vorm van een presentatie en quiz over gezonde voeding.
4.3.9 In mijn lesvoorbereiding probeer ik zoveel mogelijk te anticiperen op dingen die kunnen voorkomen zoals; deelnemers die niet komen opdagen of eerder stoppen met de oefeningen. Circuit training kan ik dan zo aanpassen dat het small group training wordt of zelf personal training.
Tijdens mijn opleiding tot officier der mariniers is het de gewoonste zaak van de wereld dat een leider zich moet kunnen aanpassen bij veranderde omstandigheden. Bijvoorbeeld tijdens patrouilles weet je dat je onder vuur komt te liggen, maar nooit door wat en waar precies. Het is dan de bedoeling dat je snel de juiste beslissingen kan maken door 32 mariniers aan te sturen.
4.3.10 Ik zorg er altijd voor dat ik representatief ben voor mijn werkgever en doelgroep door altijd in het juiste tenue te lopen. Daarnaast hou ik rekening met dat ik met een visite kaartje loop en dat ik me hierna gedraag. Ik ga niet roken of alcohol drinken terwijl ik in een pak loop.
4.3.11 Tijdens de voorbereiding van een les of een missie wordt er geanticipeerd op onveilige situaties zodat deze voorkomen kunnen worden. Tijdens de opleiding tot officier der mariniers gebruiken we een 9-liner en de MEDEVAC. Hiermee kan er over de radio een helikopter opgeroepen worden om een slachtoffer binnen 60 minuten in het ziekenhuis te krijgen.
4.3.12 Tijdens mijn lesvoorbereiding hou ik rekening met het makkelijker en moeilijker maken van bepaalde oefeningen. Hierbij is het belangrijk dat de beginsituatie goed wordt ingeschat om zo de deelnemer een succeservaring te laten beleven. ( LVF sporten met ouderen)
4.3.13 Tijdens een gezondheidsvoorlichting voor jongeren heb ik veel gebruik gemaakt van een actieve werkvorm. Aan het eind van de presentatie werd er een quiz gehouden en konden er prijzen gewonnen worden.
Sterke punten
4.3.2; 4.3.5; 4.3.7; 4.3.9; Ik vind het leuk om voor een groep te staan en een presentatie te geven hoe bepaalde dingen werken of aangepakt moeten worden. Daarnaast vind ik het belangrijk dat ik mezelf goed voorbereid zodat ik zelfverzekerd ben en ook zo overkom. Doordat ik me goed kan voorbereiden kan ik me snel aanpassen aan veranderende omstandigheden.
Ontwikkelpunten
4.3.6; 4.3.13; Tijdens mijn opleiding heb ik niet vaak te maken gehad met ‘no play’ verwondingen, maar heb ik wel geoefend op dummy’s en bij collega’s. Een actieve werkvorm die ik vaak heb gebruikt is aan het einde van een presentatie een quiz. Uiteraard zijn er meerdere werkvormen die gebruikt kunnen worden.
Reflectie middels de STARR methode (Situatie, Taak, Activiteiten, Resultaat, Reflectie)
Situatie: Wat speelde er?
Tijdens mijn stage in jaar drie bij Healthtime heb ik patiënten met overgewicht begeleid. Veel van de patiënten hadden nog geen ervaring in een beweegcentrum.
Taak: Wat waren je taken?
Mijn taken waren om de patiënten individueel te begeleiden, waarbij plezier en het goed uitvoeren centraal stond. Hierbij werd voornamelijk gelet op de juiste houding en naarmate de tijd pas de weerstand. Hierdoor zorg ik voor een succes beleving bij de patiënt.
Resultaat: Wat gebeurde er daarna?
Alle patiënten deden fanatiek mee en hadden na het praatje en plaatje vaak snel in de gaten hoe een oefening goed uitgevoerd moet worden. Zo niet dan gaf ik de deelnemer feedback of liet ik de oefening nogmaals zien.
Reflectie:
Tijdens het geven van de les is het belangrijk dat de deelnemer een succes beleving krijgt om zo voor de volgende keer ook weer gemotiveerd te zijn. De intensiteit ligt in het begin erg laag, maar het belangrijkst is dat de deelnemer de oefening eerst goed uitvoert. Ik ben tevreden over hoe ik de deelnemers heb begeleid.
Leerdoel
Ik zou tijdens een presentatie vaker een actieve werkvorm willen toepassen omdat de stof dan beter blijft hangen als je er zelf actief mee bezig bent. Ik wil voor verschillende doelgroepen een actieve werkvormen gebruiken.
Leerdoel voorheen:
Ik wil een gezondheidsvoorlichtingsactiviteit uitvoeren samen met een internationaal project groep, dit wil ik bereiken door een internationale minor te volgen in jaar vier.
“In het laatste jaar heb ik een internationale minor gevolgd en heb ik in een projectgroep gezeten met twee portugezen”.
Competentie 5: Begeleiden
Context
De professional Sport en Bewegen begeleidt individuen binnen sport-, beweeg- en leefstijlprogramma’s op het gebied van sport, bewegen en gezondheid en op het gebied van veranderen van leefstijl. Hij motiveert deelnemers en signaleert eventuele weerstand of knelpunten, maakt deze bespreekbaar en werkt planmatig aan eliminatie van deze factoren. Het motiveren van deelnemers vindt planmatig plaats en zowel op emotioneel als op cognitief vlak. Begeleiden kan het karakter hebben van personal coaching, fitness begeleiding, leefstijlbegeleiding en het begeleiden binnen bewegingsactiviteiten.
Indicatoren
De startende professional Sport en Bewegen:
5.3.1 observeert het gedrag van individuele deelnemers
5.3.2 schat het niveau in van de deelnemer, zowel op fysiek als mentaal en sociaal gebied
5.3.3 past zich aan de fysieke, mentale en sociale eigenschappen van de deelnemer aan
5.3.4 stimuleert planmatig gedragsverandering van de deelnemers
5.3.5 waarborgt de veiligheid van de deelnemer
5.3.6 bepaalt de beginsituatie d.m.v. het testen en meten van deelnemers
5.3.7 onderzoekt mogelijke factoren die afbreuk kunnen doen aan het effect van het programma en werkt planmatig aan het wegnemen van deze factoren
5.3.8 opereert binnen de randvoorwaarden en cultuur van een bedrijf of instelling
Ervaring per indicator
5.3.1 Tijdens mijn stage in jaar drie heb ik in het beweegcentrum deelnemers geobserveerd om zo een goede beginsituatie te kunnen inschatten. Dit is belangrijk omdat ik deelnemer dan fysiek kan trainen door het moeilijker of makkelijker te maken zonder dat het ten koste gaat van zijn of haar motivatie.
5.3.2 Als ik een deelnemer nog niet eerder heb gezien, dan vraag ik of hij of zij ervaring heeft met bepaalde oefeningen en hoelang dit geleden is. Als ik de deelnemer een oefening zie uitvoeren dan let ik op zijn of haar houding. Dit zegt veel over de beginsituatie van de deelnemer. Daarnaast wordt tijdens les 1 alles op een rustig tempo uitgelegd met behulp van het praatje-plaatje-daadje methode, waardoor gedurende les een niveau bepaling gemaakt wordt.
5.3.3 Door de juiste beginsituatie te schatten en met behulp van een assessment heb ik deelnemers vanaf de eerste les kunnen laten ervaren hoe het is om te trainen op de juiste intensiteit. Tijdens het assessment komen de BRAVO-vragenlijsten aan bod. De eerst volgende les kreeg ik vaak wel te horen dat ze een beetje spierpijn hadden, maar dat is uiteraard ook de bedoeling. (BRAVO-vragenlijsten)
5.3.4 Tijdens mijn individueel project in jaar drie heb ik een individu een voedingslogboek laten maken in combinatie met een stappenteller. Naar mate de interventies is de deelnemer bewust geworden hoe ongezond zijn leefstijl is en wat resulteerde in een gezonder eetpatroon een twee keer zo actievere leefstijl. (Voedingslogboek Danny)
5.3.5 Als extra veiligheid laat ik altijd eerst zien hoe er omgegaan dient te worden met het materiaal, waar het vandaan gehaald kan worden en waarom het belangrijk is dat het ook gelijk weer wordt opgeruimd. Het op de juiste wijze uitvoeren van de oefening is belangrijk om zo het juiste trainingseffect te bereiken waarbij de kans op blessures laag blijft. Als het nodig is dan plan ik opnieuw een les voor het aanleren van de juiste techniek.
5.3.6 Tijdens de minor Bewegingswetenschappen heb ik het vak Toegepaste inspanningsfysiologie gevolgd en afgesloten. Tijdens het practica was het de bedoeling dat jij een maximaaltest kon uitvoeren bij een individu op een fietsergometer. Het cardiovasculaire en respiratoire systeem spelen hierin een cruciale rol. De mogelijkheid van beide systemen om in te spelen op de belasting bepaalt in hoge mate de inspanningstolerantie en/of gezondheid van het individu. Door de 9-panels af te lezen kan er gezien worden of iemand gezond of ongezond is. (9-panel uit het TIF tentamen)
5.3.7 Tijdens het individuele project waarbij ik een deelnemer met overgewicht heb gemonitord en getraind kwam ik tijdens een interventie met de deelnemer erachter dat de grootste barrière geld was en dat dit zo erg was dat de deurwaarde langs was geweest. De barrière dat hij geen geld heeft om te blijven sporten heb ik bij hem weggenomen om ervoor te zorgen dat de deelnemer twee maanden gratis mag blijven sporten.
5.3.8 Van verschillende werkgevers (Healthtime, FysioExpert, Fysiotherapie Spaarneboog en de Koninklijke Marine) heb ik altijd binnen de randvoorwaarden en cultuur geopereerd .
Sterke punten
5.3.1; 5.3.5; Ik kan goed deelnemers observeren en inspelen op zijn of haar gedrag. Daarnaast staat veiligheid bij mij hoog in het vaandel en probeer ik altijd op onveilige situaties te anticiperen.
Ontwikkelpunten
5.3.3; Sommige deelnemers willen niet geholpen en vinden het moeilijk om contacten te leggen. Als ik dan bijvoorbeeld ze dat die gene wel hulp nodig heeft met een oefening dan doe ik dat omdat voor mij het belangrijkst is dat de veiligheid gewaarborgd wordt. Maar dan is het wel even lastig om je tegen zo’n persoon op te stellen en hem te overtuigen dat hij een oefening niet goed uitvoert.
Reflectie middels de STARR methode (Situatie, Taak, Activiteiten, Resultaat, Reflectie)
Situatie: Wat speelde er?
Tijdens een circuit training voor een kleine groep heb ik gemerkt dat een deelnemer elke keer dezelfde oefening oversloeg.
Taak: Wat waren je taken?
Mijn taken waren dat ik de circuittraining zou geven en dat ik daarbij zou letten op de juiste houding, plezier en veiligheid.
Activiteiten: Wat heb je concreet gezegd of gedaan?
Aan het einde van de les ben ik naar de deelnemer toegelopen en heb ik gevraagd waarom hij telkens de oefening oversloeg.
Resultaat: Wat gebeurde er daarna?
Hij vertelde dat hij de vorige keer was bijna was gevallen bij dezelfde oefening en dat hij daarom liever de oefening op een bosu-bal oversloeg. Ik heb gevraagd of hij met mij de oefening wou proberen en na een paar keer proberen was hij niet meer bang om te ballen en deed sloeg hij geen onderdelen meer over.
Reflectie:
Ik observeerde de deelnemer en ik zag dat hij een onderdeel telkens oversloeg. Ik had natuurlijk ook gelijk naar de deelnemer kunnen lopen en het gelijk aan hem kunnen vragen. Dit heb ik niet gedaan omdat ik niet wist wat de rede daarvoor was en ik hem niet even apart kon spreken omdat ik ook op de veiligheid van andere deelnemers moest letten.
Leerdoel
Ik heb tijdens mijn opleiding altijd te maken gehad met mensen die moeten afvallen, maar nog nooit met mensen die moeten aankomen en dan bedoel ik niet alleen spiermassa bij mannen. Ik zou het erg leerzaam vinden om juist methodes voor gedragsverandering toe te passen bij patiënten met een eetstoornis.
Leerdoel voorheen:
Ik wil tijdens mijn afstudeerstage een internationale doelgroep begeleiden. Dit wil ik bereiken door af te studeren in het buitenland.
“ helaas is dit niet gelukt, wel heb ik een internationale doelgroep begeleid tijdens mijn minor’’
Competentie 6: Organiseren
Context
De professional Sport en Bewegen organiseert projecten gericht op sport-, beweeg- en leefstijlprogramma’s . Hij is verantwoordelijk voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de projecten. Hij werkt daarbij zelfstandig of werkt samen met bestuurders, beleidsmakers, medewerkers, trainers, (para)medici en vrijwilligers. Voorbeelden van opdrachtgevers voor deze projecten zijn intermediaire organisaties als gemeenten, provincie en provinciale sportraden, instellingen als sportbonden, sportverenigingen, patiëntenorganisaties, zorginstellingen, TNO, NISB, chronische zieken- en gehandicaptenraad en NOC * NSF.
Indicatoren
De startende professional Sport en Bewegen:
6.3.1 hanteert een draaiboek voor de activiteit
6.3.2 werft en benadert deelnemers en doelgroepen
6.3.3 werkt samen met medestudenten
6.3.4 regelt de ruimte en middelen om activiteit(en) te laten plaatsvinden
6.3.5 maakt afspraken en komt deze na
6.3.6 evalueert het programma en stelt verbeterpunten op
6.3.7 levert een proportionele bijdrage aan het organiseren van de activiteit
6.3.8 geeft blijk van oplettendheid, signaleert het werk dat nodig is en voert het uit
6.3.9 neemt actief deel aan besluitvorming en taakverdeling in groepen of teams en toont zich bereid anderen te helpen, denkt met anderen mee
6.3.10 maakt gebruik van de inbreng en expertise van anderen, overlegt waar nodig of gewenst, evalueert de samenwerking, geeft op constructieve wijze feedback
6.3.11 blijft in spanningsvolle situaties rustig en houdt het overzicht
6.3.12 hanteert risicomanagement bij het organiseren van de activiteit, waarbij veiligheid voorop staat
6.3.13 maakt meningsverschillen bespreekbaar en hanteert daarbij het “win-win principe”
6.3.14 werkt samen met andere disciplines (bestuurders, deelnemers, trainers, (para)medici, vrijwilligers, beleidsmakers)
Ervaring per indicator
6.3.1 TIjdens de opleiding heb ik een draaiboek geschreven met mijn projectgroep voor een teambuildingsdag in Zandvoort.
6.3.2 Voor mijn afstudeeronderzoek en de minor ‘PALC & Nutrtion’ heb ik een flyer gemaakt om patienten met overgewicht en diabetes te werven. (Flyer afstuderen), (Flyer minor)
6.3.3 Tijdens de opleiding wordt er elke periode gewerkt in groepen om zo met elkaar tot een eindproduct te komen. In het begin van de opleiding met zes projectleden en dit wordt naar mate de periodes minder, waardoor de verantwoordelijkheid steeds hoger wordt. Afstudeeronderzoek is een project wat ik alleen heb uitgevoerd.
6.3.4 Tijdens een teambuildingsdag in Zandvoort is er aan de gemeente gevraagd of het mogelijk was om levendstratego te spelen, dit is door de gemeente goedgekeurd. De kaarten zijn zelf ontworpen met als thema piraten.
6.3.5 Tijdens mijn opleiding heb ik te maken gehad met meerdere opdrachtgevers. Hiervoor was het belangrijk dat ik planmatig stukken liet beoordelen over het project en dat ik tijdens vergaderingen aanwezig was. Hierdoor kon ik feedback krijgen op mijn geschreven stukken en dit vervolgens verbeteren. (Notulen vergadering met Ewout Bos)
6.3.6 Aan het einde van mijn verdiepende opdracht heb ik de deelnemers gevraagd om een feedback formulier in te vullen zodat de beweeginterventie in het vervolg meer voldoet aan de wensen en behoeften van de deelnemers. Tevens wordt ik ook beoordeeld op de inhoud door de hogeschool en de opdrachtgever om zo verbeterpunten op te stellen die meegenomen worden naar een vervolg project.
6.3.7 Tijdens het organiseren van een teambuildingsdag zijn er taken goed verdeeld, dit heeft gezorgd dat iedereen een proportionele bijdrage heeft geleverd aan het organiseren van het evenement.
6.3.8 Tijdens groepsbijeenkomsten is het de bedoeling dat er wordt gebrainstormd over een plan van aanpak voor een project. Ik ben altijd erg enthousiast en ik presenteer graag mijn ideeën aan anderen. Hierdoor heb ik de afgelopen jaren vaak de rol als voorzitter gehad in een projectgroep.
6.3.9 Als voorzitter van een projectgroep is het belangrijk dat iedereen aan het woord kan komen en zijn ideeën over een bepaald onderwerp kan toelichten. Daarnaast moet de taakverdeling evenredig zijn aan die van andere projectleden om zo de werkbelasting te verdelen.
6.3.10 Als ik heb lesgegeven voor een groep medestudenten vraag ik achteraf altijd om feedback. Mijn medestudenten hebben verschillende leiderschapsstijlen en zijn altijd kritisch geweest over hoe zij het hebben ervaren en dat vind ik belangrijk om zo een betere lesgever te worden.
Als officier in spe tijdens een oefening waarin ik 33 mariniers moet aansturen vraag ik tijdens moeilijke situaties altijd mijn onderofficieren om hun mening toe te lichten. Dit hoeft niet altijd lang te duren maar is wel belangrijk omdat zij veel meer ervaring hebben dan ik.
6.3.11 Tijdens de opleiding tot officier der mariniers is het belangrijk dat ik als leidinggevende het overzicht behoud. Dit is soms erg lastig omdat het terrein altijd veranderd. Het is altijd een uitdaging om een goede plek te vinden met vuurdekking waarin ik iedereen kan aansturen. (POTOM in het ochtend journaal), (POTOM in het journaal 2).
6.3.12 Tijdens het opbouwen van het ‘Assaut’ (groot gala van de marine) zijn maatregels genomen tijdens een vergadering met betrekking tot de veiligheid. Zo moest iedereen die werkzaam was aan het project een helm dragen en zich in en uitschrijven.
6.3.13 Tijdens mijn stage in jaar drie heb ik een meningsverschil gehad met een instructeur. De instructeur was op dat moment bezig met personal training en ik vond het toen niet gepast om daarop in te gaan. Ik heb gewacht totdat ze klaar was met de training en ik heb toen gevraagd of ik haar even onder twee ogen kon spreken. Dit was geen probleem en het was fijn om het zo even met elkaar uit te praten. Hierdoor was het voor beide duidelijk en is dit in het vervolg niet meer voorgekomen.
6.3.14 Tijdens mijn stage in jaar drie heb samen met een fysiotherapeut een beweegprogramma uitgevoerd bij deelnemers met overgewicht. Tijdens mijn bijvak ‘Dissectie’ aan de VU in Amsterdam heb ik samengewerkt met studenten van de opleiding geneeskunde en bewegingswetenschappen. (Verdiepende opdracht)
Sterke punten
6.3.2; 6.3.3; Ik vind het leuk om deelnemers te benaderen voor een activiteit,. De deelnemers voor mijn afstudeeronderzoek heb ik telefonische, maar ook persoonlijk benaderd in het beweegcentrum.
Ontwikkelpunten
6.3.11; Ik had in het begin moeite om het overzicht te behouden tijdens de opleiding tot officier der mariniers. Hierdoor kon ik niet goed leidinggeven en waren mijn orders verwarrend. Naar mate ik vaker een aanval mocht uitvoeren werd ik steeds zelfverzekerder en verliep dit ook beter in de praktijk.
Reflectie middels de STARR methode (Situatie, Taak, Activiteiten, Resultaat, Reflectie)
Situatie: Wat speelde er?
Tijdens het project voor mensen met een visuele beperking was ik de voorzitter en was het de bedoeling dat ik zorgde voor een evenredige taakverdeling.
Taak: Wat waren je taken?
Mijn taken waren om een goede taakverdeling te maken en elke week een vergadering te plannen met mijn mede groepsgenoten.
Activiteiten: Wat heb je concreet gezegd of gedaan?
Tijdens de vergaderingen heb ik het verloop van het project telkens geëvalueerd en nieuwe taken verdeeld.
Resultaat: Wat gebeurde er daarna?
Doordat ik structuur bracht aan de opdracht en er een goed onderling werd gecommuniceerd zorgde we samen dat alle deadlines werden behaald.
Reflectie:
Ik vind het fijn om de leiding te hebben omdat ik dan precies weet wat en wanneer producten ingeleverd moeten worden. Ik heb gemerkt dat ik minder initiatief toon als ik geen leidinggevende rol heb.
Leerdoel
Ik wil meer initiatief tonen als ik in een project zit waarvan ik niet de leiding heb. Dit wil ik bereiken door tijdens een vergadering meer taken op me te nemen.
Leerdoel voorheen
Ik wil volgend jaar een presentatie geven aan internationale studenten en docenten, dit wil ik bereiken door een internationale minor te doen.
‘”Ik heb tijdens mijn internationale minor gepresenteerd aan een internationale doelgroep. Ik heb ook mijn orders gepresenteerd aan 30 Britse commando’s in Wales”
Competentie 7: Managen en Ondernemen
Context
De professional Sport en Bewegen werkt bedrijfsmatig en geeft leiding in een bedrijf, een bedrijfsonderdeel of een project op het gebied van sport, bewegen en gezondheid. In dit taakgebied wordt multidisciplinair samengewerkt en worden relaties met het werkveld onderhouden. De professional Sport en Bewegen voert het management binnen een bestaande of eigen organisatie. Hij handelt zakelijk als zelfstandig ondernemer of als professional binnen een organisatie, gericht op sport-, beweeg- en leefstijlprogramma’s . De taken hierbij zijn het verwerven van opdrachten, de financiële bewaking van de programma’s (budgetteren, offreren, bewaken, subsidies binnenhalen), de marketing van de programma’s, de toepassing van de juridische informatie, het bewaken van de kwaliteit, het werven, behouden en ontwikkelen van talenten van medewerkers zowel professionals als vrijwilligers in de organisatie.
Indicatoren
De startende professional Sport en Bewegen:
7.3.1 stelt een plan van aanpak op volgens het projectformat
7.3.2 kan de projectgroep voorzitten, notuleren en beheren van logboek
7.3.3 maakt een analyse van de interne en externe omgeving van een organisatie
7.3.4 stelt een offerte op voor een activiteit
7.3.5 stelt een begroting op voor het project
7.3.6 heeft inzicht in de strategische processen binnen een organisatie
7.3.7 neemt initiatief, onderneemt actie m.b.t. gerezen vragen, problemen of conflicten
7.3.8 werkt gestructureerd, volgens een planning, bewaakt grote lijnen
7.3.9 werkt doelgericht naar een oplossing of resultaat toe
7.3.10 vervult een voortrekkers- of leidersrol, toont zich doortastend en besluitvaardig en bewaakt grote lijnen
7.3.11 werkt bedrijfsmatig en is gericht op het behalen van concrete resultaten
7.3.12 verwerft opdrachten
7.3.13 is gericht op het bedienen van zowel de interne als externe klanten
7.3.14 verzorgt de voorbereiding van strategisch financieel beleid van een organisatie
Ervaring per indicator
7.3.1 Voor alle projecten tijdens de opleiding HBO Sport en Bewegen heb ik een plan van aanpak opgesteld volgens het projectformat. (PVA) (PVA2)
7.3.2 Tijdens de meeste projecten ben ik voorzitter geweest, deze rol vervul ik dan ook het liefst. Daarnaast ben ik ook een keer groepslid en notulist geweest.
7.3.3 Voor het vak sportmanagement heb ik een analyse gemaakt van de interne en externe omgeving van een bedrijf..
7.3.4 Tijdens mijn verdiepende opdracht heb ik een offerte opgesteld voor twintig stappentellers met daarbij de beweeginterventie.
7.3.5 Voor mijn verdiepende opdracht heb ik een begroting opgesteld voor de kosten van het onderzoek.
7.3.6 Tijdens het vak sportmanagement heb ik inzicht gekregen in strategische processen binnen een organisatie
7.3.7 Tijdens mijn stage heb ik actie ondernomen door een vergadering te plannen waarin we samen hebben gezocht naar een oplossing.
7.3.8 In periode acht heb ik samen met mijn projectgroep een teambuildingsdag georganiseerd. Hierin heb ik grote lijnen bewaakt door het draaiboek op te volgen.
7.3.9 Tijdens het geven van small group training heb ik gemerkt dat voor de meeste mensen de tijden niet goed uitkwamen. Ik heb voorgelegd om de training een uur te verschuiven en dit resulteerde in meer animo voor de training.
7.3.10 Tijdens groepsprojecten ben ik vaak de voorzitter geweest, hierdoor zorgde ik voor een goede taakverdeling en was het mijn verantwoordelijkheid dat iedereen klaar was voor de deadline.
7.3.11 Tijdens mijn stage bij Healthtime was het belangrijk dat het aantal leden van 450 naar 550 zou stijgen binnen twee maanden. Dit was dan ook target en werd dit ook behaald door extra veel te promoten en leden te werven.
7.3.12 Doordat ik een beweegprogramma had geschreven kreeg ik als taak om ook het beweegprogramma uit te voeren en te onderzoeken of het aan de verwachtingen voldeed. (verdiepende opdracht)
7.3.13 Tijdens mijn afstudeeronderzoek bedien ik de fysiotherapeuten en patiënten van Spaarneboog en de fysieke trainers van Fit For Free en leden van Fit For Free.
7.3.14 Tijdens mijn stage in jaar drie heb ik bij de vergadering gezeten om tot een plan te komen om extra veel cliënten te werven. Ik heb ingestemd om vlak voor de zomer op groupon een aanbieding te plaatsen waarin mensen, van de drie maanden, twee maanden gratis kunnen sporten.
Sterke punten
7.3.8 Ik vind het fijn om voorzitter te zijn en controle te hebben over een project. Hierdoor weet ik precies wat er moet gebeuren en kan ik voor iedereen een goede planning en taakverdeling maken.
Ontwikkelpunten
7.3.14 Ik heb niet veel ervaring met het voorbereiden van een strategisch financieel beleid van een organisatie.
Reflectie middels de STARR methode (Situatie, Taak, Activiteiten, Resultaat, Reflectie)
Situatie: Wat speelde er?
Tijden een militaire oefening in Wales heb ik te horen gekregen dat ik een nachtaanval moest leiden. Hiervoor had ik 33 mariniers die mee gingen in de aanval.
Taak: Wat waren je taken?
Mijn taken waren om een goede aanval te plannen en dit toe te lichten aan 33 mariniers. Vervolgens heb ik besloten welke wapensystemen er wel en niet meegenomen worden in de aanval.
Activiteiten: Wat heb je concreet gezegd of gedaan?
Ik heb twee uur gekregen om de aanval te plannen en dit heb ik samen met die andere collega’s gedaan die dit al eens eerder hadden gedaan. Vervolgens heb ik een maquette gemaakt om het plan te presenteren en daarna direct uitgevoerd. Tijdens de aanval heb ik de formaties aangepast, contact gehad met het hoofdkwartier en heb ik vuurorders gegeven. Doordat ik niet altijd heldere orders gaf, besloot het kader om het stressniveau te verhogen door twee mariniers zogenaamd zwaar verwond te maken. Hierdoor moest ik nog sneller handelen en er voor zorgen dat de twee mariniers zo snel mogelijk werden geëvacueerd.
Resultaat: Wat gebeurde er daarna?
De aanval verliep redelijk goed en de oefenvijand was uitgeschakeld, alleen het opstellen van een 9-liner duurde te lang waardoor het te lang duurde voordat de mariniers werden geëvacueerd.
Reflectie:
Communicatie met de onderofficieren moet beter. Ik directief leiderschap tonen. Ik moet zo snel mogelijk orders geven die duidelijk zijn, zonder dat ik daar een heel verhaal van maak.. Daarnaast vond ik het moeilijk om het overzicht te behouden in het donker.
Leerdoel
Door vaker een aanval uit te voeren wil ik de theorie mijzelf eigen maken. Hierdoor wordt het stressniveau verlaagd en kan ik beter anticiperen en heldere orders geven.
Leerdoel voorheen
Ik wil volgend jaar voorzitter zijn van een internationale project groep, dit wil ik bereiken door een internationale minor te volgen.
“Tijdens de internationale minor ben ik geen voorzitter geworden. Dit is besloten omdat iemand anders in de projectgroep meer ervaring had met de doelgroep en opdracht. Wel heb ik een internationale leiding gevende functie als officier in spe”
Competentie 8: Professionaliseren
Context
De professional Sport en Bewegen heeft een reflectieve houding, onderzoekt zijn eigen kwaliteiten en mogelijkheden en bedenkt hoe hij deze kan inzetten om het beroep zo goed mogelijk uit te voeren. Hij heeft een eigen visie op sport en bewegen in relatie tot gezondheid. Hij ontwikkelt en stelt deze visie bij op basis van ervaring, zelfreflectie, reflectie op het beroepsdomein, studie, contacten met collega’s en andere disciplines, het signaleren van ontwikkelingen en wetenschappelijke informatie. Hij houdt zich op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van relevant wetenschappelijk onderzoek en past deze gegevens toe in zijn beroepspraktijk. Hij levert een bijdrage aan professionalisering en positionering van het beroep in een nationale en internationale context. Hij geeft feedback aan stagiaires en vakgenoten en participeert in scholingsprogramma’s.
Indicatoren
De startende professional Sport en Bewegen:
8.3.1 kan het eigen handelen benoemen en kritisch analyseren
8.3.2 kan reflecteren op ervaringen volgens de STARR methode
8.3.3 toont inzicht in eigen sterke en zwakke kanten (kernkwaliteiten, leerstijl)
8.3.4 toont zich bewust van zijn waarden en normen
8.3.5 staat open voor feedback en vraagt om feedback
8.3.6 formuleert leerdoelen SMART
8.3.7 probeert nieuw gedrag uit aan de hand van SMART doelen
8.3.8 vormt een reëel oordeel van eigen competentie en de ontwikkeling daarvan
8.3.9 neemt initiatief, motiveert zichzelf tot leren en stelt realistische eisen aan zichzelf
8.3.10 reflecteert op professioneel niveau over sport en bewegen in relatie tot gezondheid en betrekt hierin actuele ontwikkelingen
8.3.11 integreert in een eigen visie t.a.v. sport, bewegen en gezondheid eigen ervaringen, wetenschappelijke gegevens, actuele ontwikkelingen en anticipeert op toekomstige ontwikkelingen
8.3.12 draagt een eigen visie uit op sport en bewegen in relatie tot gezondheid in schrift en woord
8.3.13 levert een bijdrage aan scholingsprogramma’s
8.3.14 heeft kennis (en ervaring) met de internationale aspecten beroepspraktijk, is in staat tot global thinking
8.3.15 heeft een pro-actieve en positieve houding t.a.v. andere culturen en internationale verschillen. Er is begrip, empathie en respect voor verschillen.
Ervaring per indicator
8.3.1 Na mijn verdiepende opdracht heb ik tijdens mijn evaluatie met de opdrachtgever mijn handelen kritisch geanalyseerd..
8.3.2 Tijdens de opleiding heb ik mijn ervaringen gereflecteerd volgens de STARR-methode.
8.3.3 Ik heb een goede zelfkennis en weet wat mijn sterke en verbeterpunten zijn.
8.3.4 Ik laat aan de werkgever, patiënten en deelnemers merken wat mijn waarden en normen zijn
8.3.5 Aan het einde van een gegeven les of een gemaakt product vraag ik altijd naar feedback om mijzelf te verbeteren.
8.3.6 Tijdens de opleiding heb ik geleerd om leerdoelen SMART te formuleren; specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden
8.3.7 Door middel van een SMART doelstelling probeer ik nieuw gedrag uit om zo efficiënt mogelijk te werk te gaan en hiervan te leren.
8.3.8 In het portfolio omschrijf ik helder aan welke competenties ik heb gewerkt. Ik oordeel over competenties die ik beheers en welke nog verbeterd kunnen worden. (competenties op niveau 1 en 2)
8.3.9 Tijdens de opleiding heb ik verschillende vakken gehad. Ik heb gemerkt dat ik in de meeste lifestylevakken (anatomie, fysiologie, trainingsleer, psychologie) erg veel interesse heb en dan zoek ik vaak ook naar extra literatuur. Voor managementvakken moet ik mezelf wel motiveren, dit lukt door het met de lifestylevakken af te wisselen. Voor extra uitdaging en leergierigheid heb ik besloten om de minor bewegingswetenschappen te volgen aan de VU in Amsterdam. (VU cijferlijst) (HBO cijferlijst)
8.3.10 Tijdens het afstuderen heb ik gereflecteerd op Sport en Bewegen in relatie tot de gezondheid van patiënten met diabetes en overgewicht.
8.3.11 Ik heb een duidelijk eigen visie en mening over sport en bewegen, dit heb ik ontwikkeld door ervaring op te doen bij verschillende werkgevers en recente literatuur te lezen.
8.3.12 Tijdens mijn verdiepende opdracht heb ik een training systeem ontwikkeld en uitgevoerd bij mensen die willen of moeten afvallen. (verdiepende opdracht)
8.3.13 Tijdens de opleiding hebben we studiemomenten waarin we elkaar laten beoordelen op het werkproces. Zo delen we elkaars kennis en helpen we elkaar zodat iedereen tot een goed eindproduct komt.
8.3.14 Wereldwijd spelen bijna dezelfde gezondheidsproblemen zich voor, maar wordt hierop op verschillende manieren gehandeld. Tijdens mijn internationale minor ‘PALC & Nutrition’ is mij dit duidelijk geworden. (Internationaal project)
8.3.15 Ik heb geen moeite met andere culturen, ik vind het interessant hoe andere over bepaalde dingen denken. Ik respecteer het en heb hier begrip voor.
Sterke punten
8.3.3; 8.3.12; Ik weet wat mijn sterkte en verbeterpunten zijn en hoe ik hiermee moet omgaan. Afgelopen jaren heb ik mijn eigen mijn en visie ontwikkeld met betrekking tot Sport en Bewegen wat ik aan de hand van ervaringen en recente literatuur kan beargumenteren.
Ontwikkelpunten
8.3.5; Ik vraag altijd om feedback, maar ik heb dan snel de nijging om in de verdediging te schieten. Ik moet zijn of haar mening respecteren en voor mijzelf bepalen of ik er wel of niet wat mee doe.
Reflectie middels de STARR methode (Situatie, Taak, Activiteiten, Resultaat, Reflectie)
Situatie: Wat speelde er?
Tijdens mijn afstudeeronderzoek heb ik acht weken twee doelgroepen gemonitord de resultaten worden in SPSS verwerkt.
Taak: Wat waren je taken?
Mijn taken waren om de begin en eindsituatie van de deelnemers te meten en deze gegevens te verwerken in SPSS.
Activiteiten: Wat heb je concreet gezegd of gedaan?
SPSS was voor mij al een tijdje geleden en ik kwam er niet helemaal uit. Ik ben toen naar een statisticus gegaan voor meer duidelijkheid.
Resultaat: Wat gebeurde er daarna?
Statisticus heeft mij stap voor stap uitgelegd hoe ik weet welke test ik moet gebruiken en hoe ik dit moet rapporteren. Daarnaast kreeg ik een handige website waarin alle stappen staan uitgelegd.
Reflectie:
Tijdens de HBO opleiding heb ik één periode SPSS gehad. Mijn ervaring is dat de stof te snel verwaterd. Hierdoor heb ik in het laatste jaar opnieuw zelfstudie gedaan om het weer op te frissen.
Leerdoel
Als ik feedback ontvang waar ik het niet mee eens ben, dan moet ik niet in de verdediging schieten, dit wil ik bereiken door de gene die de feedback geeft uit te laten praten te bedanken voor zijn of haar mening.
Leerdoel voorheen:
Ik wil in het laatste jaar aan internationale studenten feedback geven en ontvangen. Dit leerdoel wil ik bereiken door een internationale minor te volgen en de feedback tijdens vergaderingen te bespreken.
“Tijdens de internationale minor was ik voornamelijk met Ayla Simdorn de gene die feedback aan elkaar geven en aan de studenten uit het buitenland. De studenten uit Portugal hadden weinig tot geen feedback richting de Nederlandse studenten”
Competentie 9: Innoveren
Context
De professional Sport en Bewegen maakt nieuwe sport-, beweeg- en leefstijlprogramma’s naar aanleiding van gewijzigde omstandigheden in de maatschappij en op basis van nieuwe (wetenschappelijke) inzichten. Hij signaleert de mogelijkheden in de markt en vertaalt deze naar op maat gemaakt of nieuw aanbod van sport-, beweeg- en leefstijlprogramma’s . Hij levert een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van sport-, beweeg- en leefstijlprogramma’s , voor de wetenschappelijke fundering van het beroep.
Indicatoren
De startende professional Sport en Bewegen:
9.3.1 inventariseert actuele ontwikkelingen op het gebied van sport en bewegen in relatie tot gezondheid via literatuurstudie en internet
9.3.2 betrekt wetenschappelijke informatie uit wetenschappelijke artikelen en databases bij de inventarisatie van actuele ontwikkelingen op het gebied van sport en bewegen in relatie tot gezondheid
9.3.3 maakt een marktanalyse
9.3.4 durft te experimenteren, zoekt naar oplossingen, brengt eigen ideeën in
9.3.5 geeft blijk van bereidheid tot veranderen
9.3.6 ziet probleemsituaties als uitdagingen en laat bij het aanpakken ervan vaste kaders zo nodig los
9.3.7 participeert in wetenschappelijk onderzoek
9.3.8 participeert in het ontwikkelen van richtlijnen/standaarden binnen het domein sport en bewegen
9.3.9 signaleert nieuwe ontwikkelingen binnen opvattingen t.a.v. sport, bewegen en gezondheid en de markt en vertaalt dit naar concepten voor nieuwe sport-, beweegen/of leefstijlprogramma’s
9.3.10 innoveert bestaande sport-, beweeg- en leefstijlprogramma’s
Ervaring per indicator
9.3.1 Voor het afstudeeronderzoek, verdiepende opdracht en groepsprojecten ben ik opzoek gegaan naar actuele ontwikkelingen op het gebied van sport en bewegen. (Internationaal groepsproject)
9.3.2 Voorafgaand het onderzoek ga ik op zoek naar recente literatuur. Hiervoor gebruik ik get database; Scholar en Pubmed.
9.3.3 In jaar twee van de opleiding heb ik een marktanalyse gemaakt voor het ontwikkelen van een sport voor mensen met een visuele beperking.
9.3.4 Om een nieuwe sport uit te proberen voor mensen met een visuele beperking is het belangrijk dat je feedback ontvangt van deze doelgroep. De nieuwe sport hebben we uitgeprobeerd zodat we hierop feedback konden ontvangen. (Groepsproject 4Goallball)
9.3.5 Tijdens het brainstormen met mijn projectgroep voor de minor ‘PALC & Nutrition’ hadden we allemaal andere ideeën betreft het geven van een gezondheidsvoorlichting voor jongeren. Een medegroeps genoot had de meeste ervaring, waardoor we het eens zijn geworden met haar idee.
9.3.6 Als ik een probleem heb en ik kom er niet zelf uit, dan probeer ik dat op te lossen door raad te plegen aan mijn collega’s en medestudenten.
9.3.7 Tijdens mijn afstudeeronderzoek heb ik een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd op het gebied van Sport en Bewegen. (Onderzoeksrapport) en een essay geschreven over obesity and hypertesion. (Essay)
9.3.8 Tijdens mijn verdiepende opdracht heb ik een trainingsysteem (12RM systeem) geschreven voor mensen die willen afvallen.
9.3.9 In jaar twee heb ik mijn project groep een nieuwe variant op goalball ontwikkeld voor een mensen met een visuele beperking.
9.3.10 Tijdens mijn stage in jaar drie heb ik een outdated beweegprogamma voor mensen met overgewicht vernieuwd aan de hand van de nieuwste wetenschappelijke artikelen. (Verdiepende opdracht)
Sterke punten
9.3.2 Ik gebruik recente wetenschappelijke artikelen voor elk onderzoek met betrekking tot Sport en Bewegen.
Ontwikkelpunten
9.3.8 Ik heb me nog veel geparticipeerd in het ontwikkelen van richtlijnen
Reflectie middels de STARR methode (Situatie, Taak, Activiteiten, Resultaat, Reflectie)
Situatie: Wat speelde er?
Tijdens de minor ‘PALC & Nutrition’ heb ik een cliënt individueel begeleid met betrekking tot gedragsverandering. Client heeft overgewicht en een ongezond voedingspatroon.
Taak: Wat waren je taken?
Mijn taak was om de cliënt bewust te maken van zijn inactieve en ongezonde leefstijl.
Activiteiten: Wat heb je concreet gezegd of gedaan?
Ik heb de cliënt een stappenteller en een voedingslogboek meegegeven. Dit heeft de patiënt elke dag bijgehouden. Ook heb ik de cliënt de overige BRAVO-vragenlijsten laten invullen.
Resultaat: Wat gebeurde er daarna?
Het resultaat was dat de cliënt bewust werd van zijn ongezonde leefstijl en dat hij dit wou veranderen. Daarnaast gaf de cliënt aan dat hij hiervoor wel hup nodig had. Ik heb de cliënt vervolgens drie keer per week persoonlijk begeleid in het beweegcentrum.
Reflectie:
Door middel van interventies is het gelukt om gedragsverandering toe te passen, dit was voor mij de eerste keer dat ik de BRAVO-vragenlijsten heb gebruikt en dit beviel erg goed.
Leerdoel
Ik heb me de afgelopen jaren tijdens mijn opleiding voornamelijk verdiept in doelgroep met overgewicht. Mijn leerdoel is om mij te verdiepen in de topsport en dan voornamelijk krachtuithoudingsvermogen zodat ik deze richtlijnen kan gebruiken om mariniers te trainen.
Leerdoel voorheen:
Ik wil tijdens mijn afstudeerstage een soortgelijk onderzoek en product ontwikkelen, alleen in een internationale context. Dit wil ik bereiken door af te studeren in het buitenland.